Wie is uw naaste

Wie is uw naaste?

Wie is de Naaste die je lief moet hebben?

Als je niet weet wat de Naaste is, kun je Naastenliefde uitoefenen zonder onderscheidt, dan geef je zowel de slechte als de goede de Naastenliefde. De algemene opvatting is dat elk mens even gelijk de naaste is, en dat men aan iedereen die hulp behoeft hem die weldaad ook geeft; maar voor de Christelijke Voorzichtigheid is het van belang ter dege uit te zoeken hoedanig iemands leven is; en de Naastenliefde volgens dat leven uit te oefenen.

Een mens die innerlijk leeft doet dit met onderscheidt, aldus met inzicht, doch de uiterlijk mens, omdat deze de zaak niet zo kan beoordelen, doet het zonder onderscheidt. De onderscheidingen van de Naaste, die de innerlijke mens toch een keer moet weten, verhouden zich volgens het goede dat bij ieder mens is; en omdat al het goede voortgaat uit de Heer, is de Heer in de hoogste zin en in uitmuntende graad de Naaste, uit wie de oorsprong is. Daaruit volgt dat voor zoveel van de Heer iemand bij zich heeft, hij voor zoveel ook de Naaste is; en omdat niemand op één en dezelfde wijze de Heer opneemt - dat is het goede uit Hem - is derhalve de één niet op dezelfde wijze de Naaste als de ander: allen immers die in de Hemelen zijn, en allen die goed zijn op de aarde, verschillen van goede; je vind geen twee mensen waarbij het goede één en dezelfde zijn, het zal steeds verschillend zijn opdat ieder op zichzelf blijft bestaan.

 

Omdat het Goede bij iedereen verschillend is, volgt daaruit dat het hoedanige van het goede bepaalt in welk graad en in welke reden iemand de Naaste is. In universele zin is het Goede de Naaste, omdat de Mens de naaste is volgens het hoedanige van het Goede dat uit de Heer bij hem is. En omdat het Goede de Naaste is, is het de Liefde, want al het goede is vanuit het liefde; aldus is ieder mens de naaste volgens het hoedanige der liefde die hij heeft uit de Heer.

 

Door velen wordt er geloofd, dat de Naastenliefde is het geven aan de armen, aan de behoeftigen hulp verlenen, en aan iedereen het goede te doen; maar met het geven van Naastenliefde moet men voorzichtig optreden: want wie aan een misdadige arme of behoeftige hulp verleent, die doet door hem de naaste meer slecht dan iets goeds, want door de hulp die hij verleent, bevestigd hij hem in het kwade, en stelt hem nog meer in de gelegenheid anderen kwaad te doen.

 

 

Padma 2009